Volksgezondheid is en blijft een belangrijk onderwerp. In het voorjaar worden de inwoners van en ook bezoekers aan Valkenswaard geconfronteerd met de plaag en de bestrijding van de Eikenprocessierups.
Vitaal Valkenswaard (GR lid Jan Kerkhoff) heeft hierover vragen gesteld die 14 mei jl. zijn beantwoord door de gemeente.
Hierna volgen vragen en antwoorden.
Vraag:
Referte: Recente Berichtgeving
Achtergrond: Sinds 24 april is de gemeente Valkenswaard weer gestart met de bestrijding van de Eikenprocessierups waarbij gebruik wordt gemaakt van een biologisch bestrijdingsmiddel dat op de brandhaarden wordt gespoten. Er is op dat gebied geen eenduidig landelijk bestrijdingsbeleid want sommige gemeentes bestrijden door middel van zuigen van de brandhaarden en dus andere gemeentes door middel van spuiten. De gemeentes die het opzuigen van de brandhaarden toepassen hebben deze methodiek gekozen vanwege de bescherming van de jonge vogelstand (broedtijd), die blijkbaar ernstig te lijden heeft onder spuitmethode.
Wij hebben hierover de volgende vragen:
- Waarom is door de gemeente Valkenswaard toch gekozen voor de bestrijding methode spuiten, ondanks het grote risico van een aanslag op het jonge vogel bestand?
- Is bekend hoe groot de schade aan het jonge vogel bestand is in geval van toepassing van de spuit bestrijdingsmethodiek?
- Waarom is niet gekozen voor bestrijding door middel van opzuigen van de brandhaarden?
- Is de bestrijding methodiek afgestemd met andere aangrenzende gemeenten en ook de ervaringen met de verschillende bestrijding methodieken?
Antwoord:
- We hebben diverse redenen waarom wij preventief spuiten:
a. Groot Risicogebied
Onze gemeente heeft vele laan- en straatstructuren die beplant zijn met de Quercus Robur (eik), waarin de eikenprocessierups voorkomt. Deze eiken, volgens ons bestand circa 6.648 stuks, staan voor een groot gedeelte langs fiets- en wandelpaden. Plaatsen dus waar veel mensen langskomen hetzij woon/werkverkeer of recreatief. Een groot risicogebied dus waar ook de overlast de afgelopen jaren het grootst was. In het verleden was dit niet anders gezien de overmatig veel klachten van mensen die op die plaatsen in aanraking waren gekomen met de brandharen van de processierups. De overige eiken in bosranden, langs akkers, weilanden of zandwegen, worden niet preventief bespoten.
b. Ernst van de klachten/risico
De eikenprocessierups vervelt meerdere keren en krijgt op enig moment microscopisch kleine brandharen die bij mensen en dieren klachten veroorzaken zoals jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen of aan de luchtwegen. Ook braken en duizeligheid komen voor en kunnen zelfs zo’n heftige allergische reactie veroorzaken met een dodelijke afloop als gevolg.
c. De GGD adviseert om preventief te spuiten.
De GGD heeft een informatiecampagne opgestart en een toolkit ontwikkeld rondom de overlast van de rups. Samen met de gemeente zet zij breed in om het publiek goed te informeren over de gevaren van deze gezondheidsbedreigende rups en de wijze waarop je deze het beste kunt bestrijden. Gezien de omvang/vorm/risico van deze dreiging adviseert de GGD om de eikenprocessierups preventief te bestrijden op biologische wijze.
d. Curatief bestrijden is erg kostbaar en praktisch bijna niet uitvoerbaar.
Naast het advies dat de GGD adviseert om preventief te spuiten, is curatief bestrijden (door haarden weg te zuigen of te branden) gezien het erg groot aantal bomen praktisch bijna niet uitvoerbaar. Bovendien is het heel erg kostbaar om op afroep individuele bomen te benaderen voor bestrijding.
e. Risico’s voor de bestrijder zijn groter bij curatief bestrijden.
Bij curatief bestrijden moet het nest van dichtbij worden benaderd. De risico’s voor de bestrijder zijn hierdoor vele malen groter dan bij preventief spuiten. Daarbij komt nog dat oude brandharen, uit nesten van voorgaande jaren, nu nog klachten kunnen geven als zij uit de bomen waaien. Ons personeel heeft daar, zeker in het verleden, erg veel last van gehad bij het snoeien, versnipperen en ruimen van groenafval.
2. Nee, er is niets bekend over de schade aan het jonge vogelbestand. Er zijn ook geen bewijzen dat (jonge) vogels hieronder te lijden hebben. Wij spuiten Xentari, aanbevolen door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Dit middel effectueert voordat de rupsen vervellen en dus niet in het stadium met de brandhaartjes komen. Het heeft geen onaanvaardbare invloed op het milieu en dood geen vogels, paarden, schapen of ander vee. Bij het spuiten houden wij wel rekening met de vlindergebieden, die op een speciale vlinderkaart van de Vlinderstichting staan aangegeven.
3. Uit de antwoorden hierboven kunt u al opmaken waarom wij niet kiezen voor het opzuigen van brandhaarden maar voor preventief spuiten zoals ook de GGD ons adviseert.
4. Nee de bestrijdingsmethodiek is niet afgestemd met onze aangrenzende gemeenten om de eenvoudige reden dat het bomenbestand en het risicogebied van deze gemeente aanmerkelijk verschilt. De gemeenten Bergeijk en Cranendonck hebben allebei ook een groot risicogebied en spuiten preventief. De gemeente Heeze-Leende doen dit jaar opzuigen maar zijn voornemens om volgend jaar ook preventief te spuiten. Het risicogebied in Waalre is dusdanig klein dat zij brandhaarden opzuigen.
Voor wat betreft ervaringen in zijn algemeenheid blijkt uit onderzoek van de Wageningen University & Research Library dat er drie methoden zijn die door gemeenten worden gebruikt:
a. Bespuiten met nematoden (natuurlijke vijand: aaltjes), deze methode is nog altijd in ontwikkeling/onderzoek omdat de bestrijding omslachtig is en het effect onvolledig. Men kan alleen onder hiervoor geschikte omstandigheden met speciale apparatuur spuiten en dan ook nog enkel ’s nachts.
b. Xentari wordt door 70 tot 80% van de gemeenten gebruikt omdat dit middel het meest effectief en langer werkzaam is zodat slechts éénmaal hoeft te worden gespoten.
c. Wegzuigen is de derde methode die arbeidsintensief is en kostbaar. Er zijn meer risico’s dat mensen reeds in aanraking zijn gekomen met de rups en ook de bestrijders lopen meer gevaar om besmet te worden.